DE BAARMOEDER

We waren ‘s avonds buiten en keken, zoals we vaak deden, naar de sterren.

‘Je leven begon in de duisternis’ zei hij, ‘in de duisternis van de baarmoeder. Het was alles wat je kende, je hele leven, je hele wereld. En als er aan je gevraagd zou zijn om het leven te beschrijven, dan zou je het beschrijven als donker, warm en nat. En als iemand aan je zou proberen te vertellen dat er meer was om naar uit te kijken in het leven, er een ander leven was, een andere wereld, buiten de buitenmoeder, een wereld van sterren en gras, van bloemen en gezichten, van zandkastelen en ondergaande zonnen, wat zou je dan hebben gedacht?

‘Ik denk dat ik het niet geloofd zou hebben. Ik zou het niet hebben kunnen bevatten.’ ‘Maar zou er een manier zijn waarop je van dit andere leven had kunnen weten, dat deze wereld voorbij de baarmoeder daadwerkelijk bestaat? Welk bewijs zou je in de baarmoeder hebben van dat wat buiten de baarmoeder is?’

‘Ik weet het niet.’

‘Jij’, zei de leraar. ‘Jij zou het bewijs zijn… jij, verblijvend in de duisternis met ogen die gemaakt zijn om kleur en licht te zien… zonder grond om op te lopen, maar toch met voeten gemaakt om te rennen… zonder lucht om in te ademen en toch met longen die gemaakt om lucht in te ademen en stembanden om te spreken… zonder hand om vast te houden maar toch met twee handen die zijn gemaakt om vastgehouden te worden door de handen van een ander. Jijzelf zou het bewijs zijn van het leven buiten het leven in de baarmoeder en de wereld buiten jouw wereld. Jouw hele wezen zou het bewijs zijn van de wereld die nog komt, en toch zou je omsloten worden door een veel kleinere wereld die geen antwoorden bevat voor dat wat besloten ligt in jou.’

‘En dit onthult…’

‘Wanneer je hoort van een wereld voorbij deze wereld en een leven voorbij dit leven, wanneer je hoort van de hemel, dan hoor je het als een kind in de baarmoeder. Je hebt die werel nog nooit gezien of aangeraakt. En toch is alles in jou gemaakt om deze wereld te kennen en erin te leven… een hat gemaakt voor een liefde die volmaakt is en onvoorwaardelijk, een ziel die verlangt naar dat wat eeuwig is, een geest die verlangt om te verblijven in een plaats waar er geen dood, geen angst, geen tranen, geen duisternis en geen kwaad bestaan. En toch leef je in een wereld van onvolmaaktheid, van verwording, van pijn en kwaad, van duisternis en liefdeloosheid. Zoals het was in de baarmoeder, kan deze wereld nooit voldoen aan de verlangens van je hart of de stemming waarvoor je geschapen bent. Elke traan, elk verdriet, elke teleurstellingen, elk onvervulde verlangen herinnert je eraan dat je thuis bent, dat je gemaakt bent voor meer, om een kind van de hemel te zijn… dat dit leven alleen het begin van het echte leven is, de baarmoeder van de wereld die nog komt.

OPDRACHT: Neem alle onvervulde verlangens, behoeften en wensen van je leven en wend ze af van het wereldse om ze te richten op het hemelse.

Psalm 139:13-16; Romeinen 8:22

 

Auteur: Jonathan Cahn

Boek van Geheimenissen

www.gideonboeken.nl